Mensen met een migratieachtergrond hebben een kleinere kans om vanuit een WW-uitkering in te stromen in een baan dan mensen zonder migratieachtergrond, ook na controle voor verschillen in achtergrondkenmerken zoals geslacht, opleiding en huishoudenssituatie. Dit verschil tussen mensen met en zonder migratieachtergrond in de kans om in te stromen in een baan is er ook voor bijstandsgerechtigden. Alleen is dat verschil veel kleiner bij bijstandsgerechtigden dan bij WW-ontvangers, zo bleek uit het onderzoek “Kansen bekeken”.
De gemiddelde kans om vanuit de WW een jaar later in een baan te zijn ingestroomd is voor mensen zonder migratieachtergrond in de onderzochte periode (2007-2014) 41 procent. Voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond is de kans om in te stromen in een baan vanuit de WW beduidend kleiner: 33 procent, een verschil van acht procentpunt.
De kleinere kans op instroom uit de WW voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond is niet toe te schrijven aan één of enkele deelgroepen met een bepaald achtergrondkenmerk. Het doet zich voor bij zowel laag- als hoogopgeleiden, bij zowel jongeren als ouderen en bij zowel mensen met een relatief goede als bij mensen met een minder goede laatste baan (vanuit inkomen en inkomenszekerheid bekeken). Desalniettemin varieert het verschil in de kans op instroom wel degelijk naar bepaalde achtergrondkenmerken. Dat maakt de kleinere kans op instroom uit de WW voor mensen met een niet-westerse migratieachtergrond enerzijds een structureel fenomeen. Anderzijds betekent dit dat er deelgroepen zijn waar dit verschil beduidend groter is dan bij andere deelgroepen, zeker voor mensen die een combinatie van achtergrondkenmerken hebben die verklarend zijn voor de kleinere kans op instroom.
Bron: Rijksoverheid
Vitaliteit
Mentaal/fysiek fitte medewerkers
Plezier
Arbeidsomstandigheden
Ontwikkeling
Persoonlijke groei
Perspectief
Perspectief in werk