Het ziekteverzuim in de eerste drie kwartalen van dit jaar ligt met 4,7 procent op het hoogste punt sinds 2003. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral het verzuim in de horeca was dit jaar tot dusver hoger dan in eerdere jaren.
In het derde kwartaal lag het ziekteverzuim op 4,4 procent. Dat was vorig jaar in het derde kwartaal nog 4,0 procent. In vrijwel alle bedrijfstakken was het verzuim tussen begin juli en eind september hoger dan vorig jaar. Bij diverse overheidsdiensten was het juist lager, onder meer in het onderwijs en in het openbaar bestuur.In de zorg is het verzuim juist gestegen, van 5,2 procent in het derde kwartaal van vorig jaar naar 5,9 procent in dezelfde periode dit jaar. Vooral bij verpleeg- en verzorgingstehuizen waren er veel ziekmeldingen: 7 procent. Daarmee is het de sector met het meeste verzuim.
“Wij herkennen de sterke toename van het aantal ziekmeldingen ten opzichte van vorig jaar in alle sectoren, ook in de branches waar mensen thuiswerken. De toename in bepaalde sectoren, zoals retail en horeca, is niet verrassend. Deels wordt dit veroorzaakt door toename van het aantal coronabesmettingen en onzekerheid over baanbehoud” stelt Petra van de Goorbergh, directeur van OVAL. “De zorg is al jarenlang een uitschieter als het gaat om werkdruk en verzuim. In het laatste kwartaal zien we dat de werkdruk van de eerste golf in het voorjaar doorwerkt. Het hogere aantal coronabesmettingen leidt tot meer uitval waardoor de druk op de collega’s die het werk moeten opvangen groter wordt, wat ook weer leidt tot meer verzuim. Je kunt wel spreken van een sneeuwbaleffect”, aldus Van de Goorbergh.
Daarnaast speelt de quarantaineperiode een rol bij de toename van verzuim. Er zijn steeds meer mensen die een melding krijgen via de corona-app of waar het bron- en contactonderzoek reden is om in quarantaine te gaan. Wanneer zij niet kunnen thuiswerken, melden zij zich vaak ziek. Ook al is nu inmiddels de regel dat je na 5 dagen zonder klachten je kunt laten testen, tikt deze quarantaineperiode wel door in de ziekteverzuimcijfers.
En het einde is nog niet in zicht. Mensen ervaren de tweede lockdown gemiddeld negatiever dan de eerste. Dat heeft te maken met de hogere intensiteit en het gebrek aan onderbreking en dus herstel- en oplaadmomenten. “Wij maken ons vooral zorgen over het lange na-ijleffect van de coronaperiode” stelt Petra van de Goorbergh. Het contact met collega’s wordt het meest gemist. Ook blijkt dat bewegen en ontspannen bij veel mensen onder druk staat. “Naast dat het belangrijk is dat werkgevers en werknemers hier samen over in gesprek gaan, zou het goed zijn dat ook sociale partners hier afspraken over maken om hun achterbannen daar bij te helpen. Dit betekent niet alleen afspraken over de thuiswerkvergoeding, maar juist over ‘hoe organiseer je de verbinding tussen collega’s en leidinggevenden, de maximale online vergadertijd, thuiswerkvergoedingen en thuiswerkplekchecks op de juiste werkhouding. Thuiswerken zal steeds meer de norm worden. We staan voor een enorme uitdaging om meerdere aspecten van werken en samenwerken opnieuw te definiëren”.
