Loonkostensubsidie is bedoeld voor werkgevers die iemand met een ziekte of handicap in dienst nemen. De loonkostensubsidie vergoedt het verschil tussen loonwaarde en minimumloon. Er worden op dit moment zes verschillende loonwaardemethodes gebruikt. Door de verschillen tussen loonwaardemethodes worden werkgevers, en zeker de werkgevers met werknemers uit verschillende arbeidsmarktregio’s, belemmerd om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen of te houden.

In het besluit loonkostensubsidie Participatiewet 2021 zijn de nieuwe regels vastgesteld voor loonwaardebepaling die gelden per 1 juli 2021. Het wordt hiermee voor werkgevers eenvoudiger om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen en te houden. Door het besluit wordt uniformiteit bereikt in de uitvoering van de loonwaardebepaling. De loonwaarde wordt schriftelijk vastgelegd volgens een vastgesteld model. Daarnaast regelt het besluit het moment van uitbetaling van de loonkostensubsidie. Ook worden er kwaliteitseisen gesteld aan de mensen die de loonwaardebepaling uitvoeren.

Minimale kwalificaties loonwaardedeskundige

1.    De loonwaardedeskundige:

• is in het bezit van een getuigschrift van met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een relevante opleiding, bedoeld in artikel 7.3a, eerste of tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of aantoonbare naar het oordeel van het college daaraan gelijkwaardige kwalificaties;
• heeft twee jaar of meer werkervaring met betrekking tot re-integratiebegeleiding, arbeidsongeschiktheidsvaststelling, of loonwaardebepaling;
• heeft voldoende aantoonbare kennis van de toepasselijke wet- en regelgeving met betrekking tot de loonwaardebepaling; en
• heeft voor de loonwaardebepaling relevante kennis van de arbeidsmarkt.

2.    De loonwaardedeskundige houdt aantoonbaar de kennis en vaardigheden bij die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de loonwaardebepaling.