In de ABU-Special ‘Publiek-private samenwerking’ geven OVAL-directeur Elwin Wolters, Cedris-Arend Pieterse (Cedris) en Ciel Stevens (NRTO) hun visie over de plannen van minister Van Gennip om de arbeidsmarktinfrastructuur anders in te richten.
Elwin Wolters, directeur OVAL
Wat is van cruciaal belang om de weg naar werk te vereenvoudigen?
“Het aanbieden van onafhankelijke, laagdrempelige en professionele dienstverlening. Werkzoekenden moeten de beste en meest passende ondersteuning krijgen. Dat is nu niet altijd het geval. Er zijn barrières tussen publieke en private dienstverlening, terwijl we samen zouden moeten optrekken. Er is ontzettend veel expertise bij private dienstverleners, maar deze expertise bereikt de mensen onvoldoende. Publiek en privaat moeten daarom samen vanuit de vraag aan de slag. Dan kunnen we gezamenlijk meer mensen naar werk begeleiden. Dat is goed voor werknemers en werkgevers.”
Welk onderdeel in het plan van minister Van Gennip vindt u positief?
“De minister gaat uit van het zogenaamde ‘no wrong door’-principe: voorkomen dat werkzoekenden bij het verkeerde loket terechtkomen. Ik zou het liever ‘altijd de juiste deur’ willen noemen. Er is nu een oerwoud aan regelingen en loketten, het is voor professionals soms al onoverzichtelijk. Klopt een werkzoekende bij je aan, dan heeft diegene al een flinke stap gezet. Het is daarom belangrijk om iemand altijd direct goed te helpen. Het eerste contact moet alle kennis in huis hebben om op een onafhankelijke manier naar de juiste publieke of private ondersteuning door te kunnen verwijzen. Om daarmee de beste en meest passende ondersteuning voor de werkzoekende te bieden. Het zou daarom mooi zijn als alle dienstverleners in dezelfde etalage staan, zodat de werkzoekende samen met de onafhankelijke ondersteuner die keuze kan maken.”
Wat zou u willen veranderen aan het plan?
“Ik mis de kwaliteitseis. Willen we de beste en meest passende ondersteuning bieden aan werkzoekenden, dan moeten we bewezen kwaliteit leveren. OVAL-leden voldoen bijvoorbeeld aan strenge kwaliteitseisen. In het plan van de minister is kwaliteit niet geborgd. Elke organisatie kan ondersteuning bieden en dat is risicovol. Het kan immers om een kwetsbare groep mensen gaan. Verloopt de ondersteuning niet goed, dan zien we deze groep mogelijk niet meer terug. Maar laten we vooral aan de slag gaan. Er wordt te lang gepraat over structuren, terwijl we tijdens de coronacrisis hebben gezien dat in korte tijd veel mogelijk is. Er zijn mensen nodig in de zorg, in het onderwijs, voor de energietransitie en voor de woningbouw. We moeten in de actiestand met een onafhankelijke, laagdrempelige en kwalitatieve dienstverlening. Zodat we mensen naar werk kunnen begeleiden.”
Arend Pieterse, directeur Cedris
Wat is van cruciaal belang om de weg naar werk tot een succes te brengen?
“Eenvoud en zekerheid. Werknemers, maar ook werkgevers, weten momenteel niet waar ze aan toe zijn. Voor mensen in de bijstand voelt het regelmatig alsof ze in een mijnenveld staan, waardoor ze niet durven te bewegen. En werkgevers vragen zich af of er straks nog wel subsidie is voor de mensen die zij helpen. Gemeenten worstelen ondertussen met de complexiteit van ontschotte budgetten, waarbij er geen duidelijke kaders zijn voor hoe dat budget ingezet kan worden. We hebben het onnodig ingewikkeld gemaakt, met als gevolg dat mensen terughoudend worden om stappen te zetten. Willen we de begeleiding naar werk laten slagen, dan is vereenvoudiging hard nodig.”
Welk onderdeel in het plan van minister Van Gennip vindt u positief?
“Het is heel goed dat ze iedereen, werknemers én werkgevers, toegang wil bieden tot de dienstverlening die nodig is. De minister wil één herkenbaar loket in elke arbeidsmarktregio. Daardoor verandert de voorkant, maar de achterliggende dienstverlening blijft hetzelfde. Voor mensen in de bijstand is afreizen naar een loket in een van de 35 arbeidsmarktregio’s een grote opgave. En worden ze daar dan ook goed geholpen? Zijn de loketten op de hoogte van het aanbod in dienstverlening en weet men wat werkzoekenden daadwerkelijk nodig hebben? Ik proef vooral aanbod-denken: ‘Als wij ons maar beter verkopen, dan vinden de mensen ons vanzelf’. Ik denk niet dat dat mensen over de streep helpt.”
Wat zou u willen veranderen aan het plan?
“Op de Cedris-lezing in februari gaf Reinier van Zutphen, de Nationale Ombudsman, de tip aan beleidsmakers en beleidsuitvoerders: ‘Ga eens met mensen praten’. Daar ben ik het roerend mee eens. Ga in gesprek met werknemers en werkgevers en stel hen de vraag: ‘Wat heb jij nodig?’. We kunnen het zelf proberen te bedenken, maar de oplossing moet beter aansluiten op het probleem. Daarnaast is het belangrijk om vanuit beleid integraler te werken. Iedereen zit er met de beste bedoelingen in, maar het beleid van de ene overheidsafdeling werkt het beleid van de andere overheidsafdeling tegen. En tot slot kom ik terug op het belang van eenvoud en zekerheid. Een initiatief als het STAP-budget wordt nu alweer stopgezet. En dat terwijl het veel mensen bereikte die er goede dingen mee deden. Zwalkend beleid biedt geen zekerheid.”
Ciel Stevens, directeur NRTO
Wat is van cruciaal belang om de weg naar werk te vereenvoudigen?
“Met het Platform Toekomst van Arbeid, bestaande uit ABU, Cedris, NRTO, OVAL, Verbond van Verzekeraars en MBO Raad, pleiten we voor één loket per arbeidsmarktregio waar werkzoekenden laagdrempelig informatie en advies kunnen krijgen. Dit loket is een soort verkeersregelaar waar mensen worden geholpen om hun weg op de arbeidsmarkt te vinden. Daar moet de vraag centraal staan: wat heeft iemand nodig om de stap naar werk te zetten? Dat betekent dat je kijkt welke personeelsvraag er in de regio is en hoe iemand daarvoor geschikt gemaakt kan worden door begeleiding of scholing. Dit kan per arbeidsmarktregio verschillen. Zo heeft de regio Rijnmond van oudsher vooral te maken met de maritieme sector, terwijl in andere regio’s andere sectoren vertegenwoordigd zijn. Door één loket per arbeidsmarktregio op te zetten, kun je ook laagdrempelig inspelen op de specifieke, regionale uitdagingen.”
Welk onderdeel in het plan van minister Van Gennip vindt u positief?
“Wat ik heel goed vind, is dat de minister in de brief ‘Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket’ aandacht heeft besteed aan het belang van een leven lang ontwikkelen. De krapte op de arbeidsmarkt en de uitdagingen die op ons afkomen met de maatschappelijke transities, vragen nu en in de toekomst om andere vaardigheden. Een leven lang ontwikkelen zou daarom een vanzelfsprekend en permanent onderdeel van ieders werk en leven moeten zijn. Die belangrijke ambitie van Van Gennip sluit nauw aan bij de missie van NRTO.”
Wat zou u willen veranderen aan het plan?
“Wij vinden het ontzettend jammer dat het STAP-budget ophoudt te bestaan. Dit rijmt niet met de ambitie van een leven lang ontwikkelen. De STAP-regeling was een succes. Mensen werden op een laagdrempelige manier opgeleid en nieuwe doelgroepen werden bereikt. De eerdere regeling fiscale scholingsaftrek kwam vooral bij hoger opgeleiden terecht en moest de deelnemer voorfinancieren. Met STAP werden nu ook veel mbo’ers bereikt. Uit recent onderzoek bleek daarnaast dat maar liefst 40 procent het budget heeft gebruikt om zich om te laten scholen. Precies wat nodig is voor de sectoren die momenteel met flinke krapte kampen. Die scholing is cruciaal. Wij pleiten daarom voor doorgang van een vorm van STAP. Want investeren in ontwikkeling is belangrijk voor werkenden, voor de maatschappij én voor onze economie.”
De gehele ABU-special ‘Publiek-private samenwerking’ kunt u hier lezen: