Minister Van Gennip heeft in de brief 'Voortgang uitwerking arbeidsmarktpakket' het SER MLT-advies van juni 2021 voor een beter werkende arbeidsmarkt uitgewerkt. In deze brief geeft de minister aan welke stappen zij gaat zetten om de arbeidsmarkt beter in balans te krijgen.
De brief bevat goede voorstellen om de maatschappelijke opgaven voor de arbeidsmarkt op te pakken. Positief is dat er een noodfonds komt waarmee het tekort aan bedrijfsartsen en praktijkopleiders kan worden aangepakt en dat er voor kleine werkgevers eerder duidelijkheid over de re-integratie van langdurig zieke werknemers komt. Dit door het 2e spoor standaard in te zetten in het tweede ziektejaar.
Teleurstellend is dat de minister het wetsvoorstel advies bedrijfsarts leidend maken bij de RIV-toets intrekt. Dit wetsvoorstel had voor minder onnodige sociaal-medische beoordelingen geleid, minder onzekerheid aan werkgevers gegeven en betere samenwerking tussen bedrijfsartsen en verzekeringsartsen gestimuleerd. Het is spijtig dat de minister dit wetsvoorstel op de lange baan schuift. OVAL blijft komende periode nut en noodzaak van dit wetsvoorstel aangeven.
Belangrijkste punten voor OVAL-leden
Afwachting OCTAS rapport: OCTAS: WIA 35- en intrekken wetsvoorstel BA leidend maken bij RIV-toets
De Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) heeft als opdracht een fundamentele herbezinning op het stelsel rondom ziekte en arbeidsongeschiktheid uit te voeren. De regering wacht het eindrapport van OCTAS (eerste kwartaal van 2024) af om fundamentele keuzes in het arbeidsongeschiktheidsstelsel te kunnen maken. Op twee punten wacht de minister het advies van OCTAS af:
- De ondergrens voor de WIA is nu 35 procent arbeidsongeschiktheid. Het SER MLT-advies pleit ervoor om de ondergrens te verlagen naar 15 procent. De minister erkent dat deze ondergrens in sommige gevallen tot hardheden kan leiden en vraagt de OCTAS hiernaar te kijken.
- Dat geldt ook voor het wetsvoorstel om het advies van de bedrijfsarts leidend te laten zijn bij de toets op het re-integratieverslag (RIV toets). Hierdoor zijn loonsancties op basis van medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts niet meer mogelijk. Het kabinet erkent de problematiek, maar vraagt de OCTAS dit te betrekken bij de werkzaamheden en trekt het wetsvoorstel in.
Eerder duidelijkheid werkgevers bij langdurig zieke werknemers
Om kleine werkgevers (tot 100 werknemers) eerder duidelijkheid te geven bij de re-integratie van langdurig zieke werknemers neemt het kabinet het SER-advies hiervoor over. Re-integratie van zieke werknemers richt zich daarmee in het tweede jaar in principe altijd op het tweede spoor (bij een andere werkgever). Voor grote werkgevers blijven de huidige re-integratieverplichtingen gelden.
Werkgevers blijven verantwoordelijk voor twee jaar loondoorbetaling bij ziekte en voor het verloop van het re-integratieproces. Het UWV toetst hier ook op, na het tweede ziektejaar. Er wordt onderzocht hoe het tweede spoor tot succesvollere re-integratie van de werknemer kan leiden en hoe de werknemer hierin een actieve rol kan spelen.
Extra geld voor tekort aan bedrijfsartsen
Vanwege het tekort aan bedrijfsartsen door een te lage instroom van nieuwe bedrijfsartsen als gevolg van een tekort aan opleidingsplekken, maar ook door het tekort aan praktijkbegeleiders, wordt in 2023 en 2024 er een noodmaatregel van tijdelijke publieke medefinanciering van opleiding getroffen en een tijdelijke bijdrage aan kwaliteitsverbetering. Deze noodmaatregel is in lijn met het advies van de Kwaliteitstafel Bedrijfs- en Verzekeringsgeneeskunde (2020). Er wordt tevens gewerkt aan een structurele oplossing voor het bedrijfsartsentekort in het kader van de Arbovisie 2040 en de daaropvolgende beleidsagenda.
Deze tijdelijke publieke medefinanciering wordt gefinancierd uit de 310 mln. euro reservering voor verbetering van de loondoorbetaling bij ziekte. Het gaat hier om een investering van 15 mln euro.
Altijd uitzicht op nieuw werk
Het kabinet wil aan mensen die geen werk hebben of van baan moeten veranderen, zoveel mogelijk perspectief geven op nieuw werk, door middel van de volgende pijlers:
- Leven lang ontwikkelen (LLO) stimuleren, waarbij het STAP-budget een belangrijk instrument is
- Hervorming arbeidsmarktinfrastructuur
Het kabinet wil de arbeidsmarktinfrastructuur hervormen om werkzoekenden betere kansen te bieden en werkgevers beter zicht te geven op beschikbaar talent. Het plan is om de dienstverlening aan te passen aan de behoeften van werkenden, werkzoekenden en werkgevers en om publiek-private samenwerking te verankeren. Er komt in iedere arbeidsmarktregio minimaal één herkenbaar loket waar iedereen terecht kan met arbeidsmarkt gerelateerde vragen. Het kabinet werkt de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur verder uit met alle betrokken partijen en zal de Kamer hierover voor de zomer informeren. - Stimuleren van-werk-naar-werk bij beëindigen arbeidsovereenkomst
Het kabinet heeft verschillende initiatieven om werkzoekenden te begeleiden naar nieuw werk. Het SER-MLT-advies om werkgevers en werknemers te stimuleren te kiezen voor een van-werk-naar-werk-route bij dreigend ontslag, heeft echter enkele drempels die niet eenvoudig weggenomen kunnen worden. Het kabinet blijft zich inzetten voor van-werk-naar-werk-transities en nodigt private initiatieven uit om hieraan bij te dragen, terwijl het binnen bestaande programma's stappen zet om de arbeidsmarktinfrastructuur en levenslang leren te verbeteren.
Meer lezen?
Een totaaloverzicht van de belangrijkste afspraken zijn te vinden in deze factsheet.
Bron: Rijksoverheid, VNO-NCW en OVAL