De Tweede Kamer is zonder uitzondering voor de uitvoering van het Breed offensief dat tot doel heeft meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te krijgen. Verder kan een overgrote meerderheid zich vinden in de voorgenomen verbetering van het fundament onder de Participatiewet. Het wetsvoorstel Breed offensief lag al meer dan twee jaar in de Kamer, onder andere vanwege de lange kabinetsformatie. Het maatregelenpakket bestaat onder meer uit:
- het vereenvoudigen van loonkostensubsidie;
- het introduceren van een expliciete aanvraagmogelijkheid voor ondersteuning op maat (zoals jobcoaching) en het harmoniseren van ondersteunende instrumenten (zoals persoonlijke ondersteuning en werkvoorzieningen, zoals werkplekaanpassingen);
- het wegnemen van administratieve knelpunten bij samenloop van de noriskpolis en de ziekmelding;
- vrijlating van arbeidsinkomsten bij werken met loonkostensubsidie;
- een uitzondering op de vierwekenzoektermijn voor een groep jongeren met beperkingen, en de bevoegdheid voor gemeenten om zo nodig ondersteuning tijdens de vierwekenzoektermijn te bieden.
Voor het debat heeft OVAL een belangrijk aandachtspunt onder de aandacht gebracht met betrekking tot jobcoaching. De inzet van een kwalitatief goede jobcoach is van doorslaggevend belang om mensen met een arbeidsbeperking duurzaam aan het werk te helpen. Een deel van de gemeenten is terughoudend met de inzet van jobcoaching. Er bestaan grote verschillen tussen UWV en gemeenten en tussen gemeenten onderling. Verschillen in uitkeringssituatie, instituties of gemeentegrenzen mogen geen rol spelen.
OVAL heeft opgeroepen om tot harmonisering en waarborgen van de kwaliteit van jobcoaching door aan te sluiten bij de succesvolle uitvoeringspraktijk van UWV en dit op te nemen in de wet. Een modelverordening voor gemeenten zoals in het wetsvoorstel staat laat hiervoor te veel ruimte. Kamerleden Ceder (Christen Unie) en De Kort (VVD) hebben dit in het debat naar voren gebracht. Minister Schouten gaf aan dat zij het liefst ziet dat gemeenten zelf in hun verordening opnemen welke kwaliteitseisen ze aan de jobcoach stellen. Mochten gemeenten daar niet of slecht toe kunnen overgaan, dan is er een delegatiebepaling achter de hand die kan dienen als ‘stok achter de deur’. In de delegatiebepaling worden dan de kwaliteitscriteria geformuleerd.